Zintuigen zijn onder te verdelen in de volgende sensoren en receptoren:
- Horen, Kijken, Voelen, Ruiken, Proeven.
- Houdings- en bewegingsgevoel
- Evenwichtsgevoel
- Honger- en dorstgevoel
- Pijngevoel.

HOREN
Je hoort het lied.

KIJKEN
Je ziet het voorwerp waarover gezongen wordt.

VOELEN
Je voelt het voorwerp waarover gezongen wordt.

RUIKEN
Je ruikt het voorwerp waarover gezongen wordt.

PROEVEN
Je proeft het voorwerp waarover gezongen wordt.

HOUDINGS- EN BEWEGINGSGEVOEL
Je ervaart wat je lichaam doet wanneer je beweegt en in welke houding je lichaam zich bevindt.

EVENWICHTSGEVOEL
Je ervaart of je lichaam bij beweging in evenwicht blijft en ook of je bewogen wordt. Het evenwichtsgevoel zorgt er eigenlijk voor dat je niet valt.

HONGER- EN DORSTGEVOEL
Je ervaart honger of dorst, of wanneer je een volle blaas hebt. Je interosensoren geven je informatie over het interne functioneren van je lichaam.

PIJNGEVOEL
Je ervaart een pijnprikkel. Je nocisensoren waarschuwen je wanneer je een beschadigde prikkel waarneemt.